Een onvoltooide zoektocht
De vondst van vandaag geeft me de kans om een Zoma'a en een Happyday te versmelten. Op zoek naar de gegevens van weer maar eens een vergeten dichter, kom ik de gegevens van een andere, misschien net niet vergeten, maar toch ruimschoots onbekende Vlaamse dichter tegen. En dat is dan nog maar een deel van het geheel. Nog twee andere figuren hebben mijn aandacht getrokken, waarvan een een volkskundige is, de andere een volksfiguur. Over de eigenlijke reden van mijn zoektocht los ik nog niets: ik heb de basisgegevens van deze dichter wel te pakken, maar ik wil nog een heemkundige kring contacteren, en mogelijk nog een aantal andere personen en instanties, alvorens ik een werkelijk afgerond geheel bijeen gezocht heb.
De vondst van vandaag geeft me de kans om een Zoma'a en een Happyday te versmelten. Op zoek naar de gegevens van weer maar eens een vergeten dichter, kom ik de gegevens van een andere, misschien net niet vergeten, maar toch ruimschoots onbekende Vlaamse dichter tegen. En dat is dan nog maar een deel van het geheel. Nog twee andere figuren hebben mijn aandacht getrokken, waarvan een een volkskundige is, de andere een volksfiguur. Over de eigenlijke reden van mijn zoektocht los ik nog niets: ik heb de basisgegevens van deze dichter wel te pakken, maar ik wil nog een heemkundige kring contacteren, en mogelijk nog een aantal andere personen en instanties, alvorens ik een werkelijk afgerond geheel bijeen gezocht heb.
Aan de rand van de vondst
Als een figuur, waarvan je de gegevens tracht op te snorren, een deel van zijn opleiding in Zepperen gekregen heeft, ga je natuurlijk wel even het woord Zepperen in je zoektermen verweven. Zepperen is een dorp, aan de rand van Sint-Truiden, en we zijn er als kinderen meermaals geweest, omdat het uiteindelijk op zowat 10 kilometer van onze deur lag, en de auto soms onbedwingbaar langsheen die malse Haspengouwse weiden en velden wilde snorren.
Zonder veel moeite te doen kwam ik ergens op een website uit, waar een lijst van namen van belangwekkende inwoners van dit dorp, met een aantal basisgegevens, en hun betekenis voor het dorp opgesomd worden, en dat in alfabetische volgorde. In de stille hoop ook de naam van mijn dichter tegen te komen, zocht ik - tevergeefs -zijn naam. Er stonden wel andere priesters tussen, die in dezelfde orde waren opgenomen, maar hijzelf had blijkbaar geen band met het dorp, die groot genoeg was om hem op te voeren.
Omdat de lijst nu toch open stond, en ik altijd wel op zoek ben naar wat onverwachts, las ik de namen, en liet mijn ogen schrijlings over de teksten glijden. Een aantal malen meende ik iets gevonden te hebben, maar slechts driemaal was er ook de befaamde Aha-Erlebnis bij. Eenmaal zag ik iemand, die medeherstichter geweest is van een befaamd paardenevenement, een paar belangwekkende industriëlen blijken ook uit Zepperen afkomstig te zijn, een wel bepaald duivenliefhebber en winnaar van de Barcelona-race blijkt dan nog een man te zijn, geboren in het dorp waar ik vandaan kom, maar de flitsen kwamen van drie totaal onverwachte hoeken.
Speciaal voor dit soort van vondsten heb ik een map gecreëerd, waarin ik dit soort van informatie opsla, volgens het principe:zo maar ergens gelezen, zo maar ergens opgeslagen, nooit echt vergeten. Lees alvast wat er aan de rand van dat onderzoek, door het toeval gestuurd, tot mij gekomen is. Ik heb het zo maar ergens gelezen!
Als een figuur, waarvan je de gegevens tracht op te snorren, een deel van zijn opleiding in Zepperen gekregen heeft, ga je natuurlijk wel even het woord Zepperen in je zoektermen verweven. Zepperen is een dorp, aan de rand van Sint-Truiden, en we zijn er als kinderen meermaals geweest, omdat het uiteindelijk op zowat 10 kilometer van onze deur lag, en de auto soms onbedwingbaar langsheen die malse Haspengouwse weiden en velden wilde snorren.
Zonder veel moeite te doen kwam ik ergens op een website uit, waar een lijst van namen van belangwekkende inwoners van dit dorp, met een aantal basisgegevens, en hun betekenis voor het dorp opgesomd worden, en dat in alfabetische volgorde. In de stille hoop ook de naam van mijn dichter tegen te komen, zocht ik - tevergeefs -zijn naam. Er stonden wel andere priesters tussen, die in dezelfde orde waren opgenomen, maar hijzelf had blijkbaar geen band met het dorp, die groot genoeg was om hem op te voeren.
Omdat de lijst nu toch open stond, en ik altijd wel op zoek ben naar wat onverwachts, las ik de namen, en liet mijn ogen schrijlings over de teksten glijden. Een aantal malen meende ik iets gevonden te hebben, maar slechts driemaal was er ook de befaamde Aha-Erlebnis bij. Eenmaal zag ik iemand, die medeherstichter geweest is van een befaamd paardenevenement, een paar belangwekkende industriëlen blijken ook uit Zepperen afkomstig te zijn, een wel bepaald duivenliefhebber en winnaar van de Barcelona-race blijkt dan nog een man te zijn, geboren in het dorp waar ik vandaan kom, maar de flitsen kwamen van drie totaal onverwachte hoeken.
Speciaal voor dit soort van vondsten heb ik een map gecreëerd, waarin ik dit soort van informatie opsla, volgens het principe:zo maar ergens gelezen, zo maar ergens opgeslagen, nooit echt vergeten. Lees alvast wat er aan de rand van dat onderzoek, door het toeval gestuurd, tot mij gekomen is. Ik heb het zo maar ergens gelezen!
Clemens Wintmolders, Poater Willy
Net zoals het onderwerp van mijn eigenlijke zoektocht, is Poater Willy een Assumptionist, die in Taintignies (bij Charleroi) zijn noviciaat gedaan heeft. Deze pater en latere priester blijkt niemand minder te zijn dan een van de medestichters van de Vlaamse Vereniging voor Familiekunde. In 1963 werd deze vereniging opgericht, en in "De Vlaamse Stam" heeft hij onder meer het artikel "Doopsels te Kozen in de Beloken Tijd" geschreven. Meer nog dan dat, vind ik het bijzonder interessant te merken dat hij zijn aandacht ruimschoots over de geschiedenis van Kortenbos heeft laten gaan. Dit kleine dorpje tegen Alken, op de hoofdweg tussen Hasselt en Sint-Truiden heeft op zich een zeer interessante geschiedenis, zowel in verband met de Mariaverering, als in het meer historische segment, als vluchtplaats voor meerdere benden misdadigers, die zich in de naburige bossen van Kozen en Zepperen schuilhielden, en de verbinding tussen beide steden hoogst onveilig maakten. Een van de allereerste boekjes die ik als beginnend bibliofiel kocht, betreft namelijk de geschiedenis van Kortenbos, waarin al deze dingen mooi beschreven staan.
Als "Hesbanius" schreef hij ook in het tijdschrift "Hemelvaart" van de Assumptionisten, en onder de naam "Wandelaar" had hij in Het Belang van Limburg gedurende een vijftal jaren in de jaren '80 een rubriek "Kruidenhoekje."
Ook na het overlijden van Poater Willy werd zijn nagedachtenis in ere gehouden, door zijn volkskundige en anderssoortige werk te ontleden en te verduidelijken.
Net zoals het onderwerp van mijn eigenlijke zoektocht, is Poater Willy een Assumptionist, die in Taintignies (bij Charleroi) zijn noviciaat gedaan heeft. Deze pater en latere priester blijkt niemand minder te zijn dan een van de medestichters van de Vlaamse Vereniging voor Familiekunde. In 1963 werd deze vereniging opgericht, en in "De Vlaamse Stam" heeft hij onder meer het artikel "Doopsels te Kozen in de Beloken Tijd" geschreven. Meer nog dan dat, vind ik het bijzonder interessant te merken dat hij zijn aandacht ruimschoots over de geschiedenis van Kortenbos heeft laten gaan. Dit kleine dorpje tegen Alken, op de hoofdweg tussen Hasselt en Sint-Truiden heeft op zich een zeer interessante geschiedenis, zowel in verband met de Mariaverering, als in het meer historische segment, als vluchtplaats voor meerdere benden misdadigers, die zich in de naburige bossen van Kozen en Zepperen schuilhielden, en de verbinding tussen beide steden hoogst onveilig maakten. Een van de allereerste boekjes die ik als beginnend bibliofiel kocht, betreft namelijk de geschiedenis van Kortenbos, waarin al deze dingen mooi beschreven staan.
Als "Hesbanius" schreef hij ook in het tijdschrift "Hemelvaart" van de Assumptionisten, en onder de naam "Wandelaar" had hij in Het Belang van Limburg gedurende een vijftal jaren in de jaren '80 een rubriek "Kruidenhoekje."
Ook na het overlijden van Poater Willy werd zijn nagedachtenis in ere gehouden, door zijn volkskundige en anderssoortige werk te ontleden en te verduidelijken.
Antoine Vaes, de kuister
Op 23 mei 1917 werd te Ordingen een mijnwerkerszoon Antoine Vaes geboren, die de 18-daagse veldtocht meegemaakt heeft, en die in 1940-1941 als krijgsgevangene doorgebracht heeft in Duitsland. Voor mij is vooral van belang dat hij een erfenis van liefst 1.300 gedichten nagelaten heeft. Ter vergelijking (zonder daarmee een waardevergelijking uit te voeren) Emily Dickinson heeft in het totaal zowat 1775 gedichten geschreven. Tussen 1996 en 2006 hebben zijn kinderen en kleinkinderen liefst negen verzamelingen van zijn werk uitgegeven, hetgeen wel een zeer unieke aangelegenheid moet zijn. Nergens heb ik al iets vernomen van een dergelijke crypto-poëet, die het uitgeverswerk volkomen achterwege zou gelaten hebben, als er als typevoorbeeld niet diezelfde Emily Dickinson geweest was. Zij had geen kinderen, het is haar zuster geweest die de erfenis beheerd heeft. Het dichtwerk werd gedurende meer dan 50 jaren haast verborgen gehouden. Bij haar zijn er wel pogingen gedaan tot uitgave, maar de persoon die toen het initiatief genomen had, overleed vóór publicatie, waarna er niets meer gebeurde, tot Johnson vanuit Harvard University vanaf 1951 aan de slag ging en de integrale teksten bezorgde aan de lezer en de wetenschapper. Tijdens haar leven waren er maar zegge en schrijve 7 gedichten gepubliceerd.
Onze "Kuister" dichtte veel gelegenheidspoëzie, bij begrafenissen en dergelijke, zodat er zeker publicatie was, maar in bundelvorm? Dat moet ik dus nog uitzoeken. Wel heeft hij teksten geschreven binnen een comité van auteurs waar ook Pater Willy deel van uitmaakte, om het boek "Het leven in Oud Zepperen - Va Kjoozestein tot Kurrezoug" vorm te geven. Het feit dat enkel de tussenkomst van kinderen en kleinkinderen genoemd wordt, laat vermoeden dat er op dat vlak weinig gedaan is. Heerlijk toch om dan iets te kunnen ontdekken.
Dus plaats ik meteen maar een oproep tot wie kenner is van zijn werk: help me bij het vinden en ontleden van zijn werk.
Op 23 mei 1917 werd te Ordingen een mijnwerkerszoon Antoine Vaes geboren, die de 18-daagse veldtocht meegemaakt heeft, en die in 1940-1941 als krijgsgevangene doorgebracht heeft in Duitsland. Voor mij is vooral van belang dat hij een erfenis van liefst 1.300 gedichten nagelaten heeft. Ter vergelijking (zonder daarmee een waardevergelijking uit te voeren) Emily Dickinson heeft in het totaal zowat 1775 gedichten geschreven. Tussen 1996 en 2006 hebben zijn kinderen en kleinkinderen liefst negen verzamelingen van zijn werk uitgegeven, hetgeen wel een zeer unieke aangelegenheid moet zijn. Nergens heb ik al iets vernomen van een dergelijke crypto-poëet, die het uitgeverswerk volkomen achterwege zou gelaten hebben, als er als typevoorbeeld niet diezelfde Emily Dickinson geweest was. Zij had geen kinderen, het is haar zuster geweest die de erfenis beheerd heeft. Het dichtwerk werd gedurende meer dan 50 jaren haast verborgen gehouden. Bij haar zijn er wel pogingen gedaan tot uitgave, maar de persoon die toen het initiatief genomen had, overleed vóór publicatie, waarna er niets meer gebeurde, tot Johnson vanuit Harvard University vanaf 1951 aan de slag ging en de integrale teksten bezorgde aan de lezer en de wetenschapper. Tijdens haar leven waren er maar zegge en schrijve 7 gedichten gepubliceerd.
Onze "Kuister" dichtte veel gelegenheidspoëzie, bij begrafenissen en dergelijke, zodat er zeker publicatie was, maar in bundelvorm? Dat moet ik dus nog uitzoeken. Wel heeft hij teksten geschreven binnen een comité van auteurs waar ook Pater Willy deel van uitmaakte, om het boek "Het leven in Oud Zepperen - Va Kjoozestein tot Kurrezoug" vorm te geven. Het feit dat enkel de tussenkomst van kinderen en kleinkinderen genoemd wordt, laat vermoeden dat er op dat vlak weinig gedaan is. Heerlijk toch om dan iets te kunnen ontdekken.
Dus plaats ik meteen maar een oproep tot wie kenner is van zijn werk: help me bij het vinden en ontleden van zijn werk.
't Pleumemenneke
Als kind reden we wel eens mee in de streek van ons geboortedorp, en af en toe reden we vlak bij de Basiliek van Kortenbos links weg van de hoofdbaan tussen Hasselt en Sint-Truiden in de richting van Zepperen. Dan wisten we het wel: hier stond dikwijls een (we waren kinderen, en wisten niet beter) rare figuur langs de straat, soms midden op de straat. Iedereen kende hem, en was voorzichtig met de auto, om ongelukken te voorkomen. De man was iemand die mentaal niet tot wasdom was gekomen. Altijd droeg hij dezelfde stofjas, altijd stond er een kinderlijk trotse lach op zijn gezicht, want in zijn hand hield hij een paar pluimen, fazanten of hanenveren, die hij zijn leven lang is blijven oprapen, en die hij trots aan de voorbijgangers op straat ging tonen. Er werd geglimlacht, getoeterd en gezwaaid, en zelfs als kind zagen wij de trots op zijn gezicht als iemand met geroep en lawaai zijn prachtige schatten herkende en erkende. In 2002 is hij na het overlijden van zijn oudere broer opgenomen in een instelling, en overleden in 2003.
Die man maakt een reëel deel uit van mijn vroegste jeugd, in de vorm van een confrontatie met de onvolmaaktheid van sommige mensen, en de gemakkelijke en natuurlijke manier waarmee men toen, en dan spreek ik van de late jaren '50 en vroege jaren '60, met zijn problematiek omging. Die jongen werd gewoon thuis gehouden, en hij mocht op straat lopen, en iedereen laten delen in de vreugde van zijn nederige tijdverdrijf: zijn pluimen tonen aan de voorbijgangers.
De man staat dan ook in die opsomming van belangwekkende personen van het dorp Zepperen vermeld als volksfiguur. Wel, de makers van die website krijgen van mij, voor het opnemen van Jef Boussier, het is de eerste keer dat ik de naam van 't Pleumemenneke verneem, in hun lijst, een dikke pluim!
Als kind reden we wel eens mee in de streek van ons geboortedorp, en af en toe reden we vlak bij de Basiliek van Kortenbos links weg van de hoofdbaan tussen Hasselt en Sint-Truiden in de richting van Zepperen. Dan wisten we het wel: hier stond dikwijls een (we waren kinderen, en wisten niet beter) rare figuur langs de straat, soms midden op de straat. Iedereen kende hem, en was voorzichtig met de auto, om ongelukken te voorkomen. De man was iemand die mentaal niet tot wasdom was gekomen. Altijd droeg hij dezelfde stofjas, altijd stond er een kinderlijk trotse lach op zijn gezicht, want in zijn hand hield hij een paar pluimen, fazanten of hanenveren, die hij zijn leven lang is blijven oprapen, en die hij trots aan de voorbijgangers op straat ging tonen. Er werd geglimlacht, getoeterd en gezwaaid, en zelfs als kind zagen wij de trots op zijn gezicht als iemand met geroep en lawaai zijn prachtige schatten herkende en erkende. In 2002 is hij na het overlijden van zijn oudere broer opgenomen in een instelling, en overleden in 2003.
Die man maakt een reëel deel uit van mijn vroegste jeugd, in de vorm van een confrontatie met de onvolmaaktheid van sommige mensen, en de gemakkelijke en natuurlijke manier waarmee men toen, en dan spreek ik van de late jaren '50 en vroege jaren '60, met zijn problematiek omging. Die jongen werd gewoon thuis gehouden, en hij mocht op straat lopen, en iedereen laten delen in de vreugde van zijn nederige tijdverdrijf: zijn pluimen tonen aan de voorbijgangers.
De man staat dan ook in die opsomming van belangwekkende personen van het dorp Zepperen vermeld als volksfiguur. Wel, de makers van die website krijgen van mij, voor het opnemen van Jef Boussier, het is de eerste keer dat ik de naam van 't Pleumemenneke verneem, in hun lijst, een dikke pluim!
© Danny Peeters, Oudenaarde 12 augustus 2014.
Mag ik vragen het copyright te respecteren?
Mag ik vragen het copyright te respecteren?