We zijn al de zevenentwintigste... straks ga ik nog op pensioen als het zo verder gaat. Druk druk druk. En toch doe ik niet zoveel, hoor. De dagen vliegen nochtans voorbij als je maar om acht uur opstaat. Dat is net iets later dan vroeger, toen ik er om twintig voor zes uit moest. Het is nog niet extreem, ten opzichte van een aantal collega's, die noodgedwongen nog vroeger uit de veren moeten. De winterse dagen zullen er meermaals voor zorgen dat ik wel vroeger uit bed moet, om mijn vrouw naar het station te rijden. Dan kan ik de oude gewoonte weer opnemen, en vroeg aan het werk gaan. Het voelde wel goed aan om halfacht al aan de werktafel te zitten. Dat mis ik.
Collega's, ik mis ze ook, de zo gemakkelijke sociale kontakten, even een babbeltje, altijd goed voor een lach, een grap, een momentje van ernst was er ook dikwijls bij, als er over wat meer dan de gewone dingen gepraat werd. De zorg voor de kinderen, zorg ook voor de ouders, verdriet over een of andere persoonlijke aangelegenheid, een vraag, een raad, een klop op de schouders. Maar even goed kon je even in je eigen hart laten kijken, je eigen probleem uitleggen, een visie opvissen die misschien verrassend was, maar evengoed een andere benadering van het probleem weergaf. Dat mis ik.
Zonder het te weten was er daar een netwerk van kameraadschap, dat dikwijls nog eens het niveau van vriendschap haalde, en dat met mensen die meestal best mijn kinderen hadden kunnen zijn. Goed, zij die van de eigen generatie zijn, gaan langzamerhand weg, en ik was maar wat blij dat zij die me wilden verdragen, dat ook volhielden. Zelf zal ik zelden de eerste stappen ondernemen, zo extrovert ben ik niet, en mijn ingeboren bedeesdheid heb ik wel leren onder controle houden. Meestal kom ik niet met vliegende vaandels een lokaal binnengestapt, om dan het gesprek helemaal naar me toe te trekken. Ik herinner me nog hoe een ondertussen reeds lang geleden overleden collega me ooit zei dat ik in dat eerste jaar dat ik bij de spoorwegen werkte, echt wel een bedeesd ventje was. Dat was ook zo. Maar toen werkte ik in een bureau waar achttien tot twintig mensen bij mekaar zaten, en het merendeel daarvan was van het eerder luidruchtige soort, precies het tegengestelde van wat ik ben. Het was echt wel afzien, om stand te houden temidden al dat geweld. gelukkig was er daar nog...
Ik durf niet beweren dat ik al dat gedruis mis, maar wel de stille sociale kontakten, die er tot nog niet zolang geleden waren, ze zullen toch ergens hun vervolg moeten vinden, daar kan ik niet zonder.
Ondertussen, in het Bloemenhof. Vorige week maandag heb ik in de keuken en de eetplaats een kuisbeurt gehouden, waarbij ik op handen en knieën over de vloer kroop, om het laatste restje vuil van uit de hoeken te halen, om de plinten tegen de muur proper te maken op dezelfde manier, en om achter en tussen de verwarmingselementen het opgehoopte stof te verdrijven.
's Anderendaags zijn Marleen en ik dan naar Brussel getrokken om een middagje op restaurant te gaan. Dat was een heerlijk moment. Met een relatief klein gezelschap van zeven personen blijven de gesprekken meestal betrokken met alle aanwezigen, en worden er geen kleine groepjes gevormd. Een enkele keer gebeurt dat wel, maar het is toch nog geen algemene norm. Het eten was heerlijk. Een Portugees stoofpotje van vis en zeevruchten werd door iedereen gesmaakt. Dat achteraf Marleen en ik, in het gezelschap van mijn spitsbroeder Kris nog ergens een beetje zijn gaan bijtanken, zal wel niemand verbazen.
De rest van de week is verlopen met taken en taakjes, rust ende kalmte heerst in mijn leven. Iets dat ik niet meer gewoon was sinds mijn studententijd. Die vergelijking vind ik heerlijk. Ik verlang eerlijk gezegd naar een tweede periode in mijn leven die vergelijkbaar is met die mooie tijd, toen echt alles mogelijk gewaand werd. Toch wel een beetje een droomwereld, waar een volwassen persoon zich niet meer mag aan overgeven, maar ik kan het dromen toch niet helemaal laten.
Zondag was het dan weer een grote dag voor mijn oudste dochter. Zij had in de maand mei in haar vriendenkring al een eerste keer de aanzet gegeven tot een "homemade"-marktje, dat toen een overdonderend succes geworden was. Als kunstliefhebber ben ik regionaal coördinator voor een organisatie die kunst door amateurkunstenaars wil promoten. Hoewel ik het moeilijk heb met het woord "amateurkunstenaar", is het initiatief van de organisatie "WAK" (week van de amateurkunstenaar) in die zin lovenswaardig dat elk jaar ergens in mei met een andere benadering kunstenaarschap gepromoot wordt, ook en vooral voor mensen die zichzelf als kunstenaar nog niet voldoende rijp voelen om naar buiten te treden. Bij die gelegenheid kunnen ze zonder al te veel inspanning het grote publiek aanspreken om zichzelf en hun werk bekend te maken.
Het onderwerp in het voorjaar was toevallig "homemade", in al zijn aspecten, en als voorbeeld werden de paddestoelsgewijze uit de grond schietende clubs en verenigingen aangehaald, waarvan de leden met haken en breien, maar ook met boetseren, schilderen, musiceren, dichten, schrijven, acteren en ook met bakken, stoven, koken en braden, tot en met juwelenmaken met allerhande materialen en pottenbakkerij tot in het oneindige enige handigheid in de vingers gekregen hebben, en graag het resultaat van hun fysieke en geestelijke kronkels aan het publiek aanbieden.
Gezien het overdonderende succes werd gebroed op een herfst/wintereditie, die dus doorgegaan is op 22 november in de Brandwoeker in Oudenaarde. Ze hadden een grotere lokatie als voorheen nodig, die ze dan ook in hetzelfde gebouw gekregen hebben. De voormalige garages van de brandweer werden met de nodige aankleding daarvoor door de Stad ter beschikking gesteld en zodoende kon het aantal deelnemers verdubbeld worden. De ruimte was veel groter, maar de toeloop van het volk was zo buitenproportioneel, dat eventuele nieuwe edities het voorwerp zullen moeten worden van ernstige overwegingen. Als ik beweer dat het bezoekersaantal van de eerste editie vervijfvoudigd werd, overdrijf ik geenszins. Maar de reclame via facebook en via de website was mooi uitgekiend, en de faam die ze met hun eerste aarzelende marktje meteen veroverd hadden, hebben ze met verve verdedigd.
Mijn dochter liet 's avonds weten "wel een beetje moe" te zijn. Mag deze jongen, die de initiële voorzet voor dit evenement aan zijn dochter gegeven heeft, dan op zijn beurt een beetje fier zijn op die dochter?
© Danny Peeters, Oudenaarde 27 november 2012. Mag ik vragen het copyright te respecteren?
Collega's, ik mis ze ook, de zo gemakkelijke sociale kontakten, even een babbeltje, altijd goed voor een lach, een grap, een momentje van ernst was er ook dikwijls bij, als er over wat meer dan de gewone dingen gepraat werd. De zorg voor de kinderen, zorg ook voor de ouders, verdriet over een of andere persoonlijke aangelegenheid, een vraag, een raad, een klop op de schouders. Maar even goed kon je even in je eigen hart laten kijken, je eigen probleem uitleggen, een visie opvissen die misschien verrassend was, maar evengoed een andere benadering van het probleem weergaf. Dat mis ik.
Zonder het te weten was er daar een netwerk van kameraadschap, dat dikwijls nog eens het niveau van vriendschap haalde, en dat met mensen die meestal best mijn kinderen hadden kunnen zijn. Goed, zij die van de eigen generatie zijn, gaan langzamerhand weg, en ik was maar wat blij dat zij die me wilden verdragen, dat ook volhielden. Zelf zal ik zelden de eerste stappen ondernemen, zo extrovert ben ik niet, en mijn ingeboren bedeesdheid heb ik wel leren onder controle houden. Meestal kom ik niet met vliegende vaandels een lokaal binnengestapt, om dan het gesprek helemaal naar me toe te trekken. Ik herinner me nog hoe een ondertussen reeds lang geleden overleden collega me ooit zei dat ik in dat eerste jaar dat ik bij de spoorwegen werkte, echt wel een bedeesd ventje was. Dat was ook zo. Maar toen werkte ik in een bureau waar achttien tot twintig mensen bij mekaar zaten, en het merendeel daarvan was van het eerder luidruchtige soort, precies het tegengestelde van wat ik ben. Het was echt wel afzien, om stand te houden temidden al dat geweld. gelukkig was er daar nog...
Ik durf niet beweren dat ik al dat gedruis mis, maar wel de stille sociale kontakten, die er tot nog niet zolang geleden waren, ze zullen toch ergens hun vervolg moeten vinden, daar kan ik niet zonder.
Ondertussen, in het Bloemenhof. Vorige week maandag heb ik in de keuken en de eetplaats een kuisbeurt gehouden, waarbij ik op handen en knieën over de vloer kroop, om het laatste restje vuil van uit de hoeken te halen, om de plinten tegen de muur proper te maken op dezelfde manier, en om achter en tussen de verwarmingselementen het opgehoopte stof te verdrijven.
's Anderendaags zijn Marleen en ik dan naar Brussel getrokken om een middagje op restaurant te gaan. Dat was een heerlijk moment. Met een relatief klein gezelschap van zeven personen blijven de gesprekken meestal betrokken met alle aanwezigen, en worden er geen kleine groepjes gevormd. Een enkele keer gebeurt dat wel, maar het is toch nog geen algemene norm. Het eten was heerlijk. Een Portugees stoofpotje van vis en zeevruchten werd door iedereen gesmaakt. Dat achteraf Marleen en ik, in het gezelschap van mijn spitsbroeder Kris nog ergens een beetje zijn gaan bijtanken, zal wel niemand verbazen.
De rest van de week is verlopen met taken en taakjes, rust ende kalmte heerst in mijn leven. Iets dat ik niet meer gewoon was sinds mijn studententijd. Die vergelijking vind ik heerlijk. Ik verlang eerlijk gezegd naar een tweede periode in mijn leven die vergelijkbaar is met die mooie tijd, toen echt alles mogelijk gewaand werd. Toch wel een beetje een droomwereld, waar een volwassen persoon zich niet meer mag aan overgeven, maar ik kan het dromen toch niet helemaal laten.
Zondag was het dan weer een grote dag voor mijn oudste dochter. Zij had in de maand mei in haar vriendenkring al een eerste keer de aanzet gegeven tot een "homemade"-marktje, dat toen een overdonderend succes geworden was. Als kunstliefhebber ben ik regionaal coördinator voor een organisatie die kunst door amateurkunstenaars wil promoten. Hoewel ik het moeilijk heb met het woord "amateurkunstenaar", is het initiatief van de organisatie "WAK" (week van de amateurkunstenaar) in die zin lovenswaardig dat elk jaar ergens in mei met een andere benadering kunstenaarschap gepromoot wordt, ook en vooral voor mensen die zichzelf als kunstenaar nog niet voldoende rijp voelen om naar buiten te treden. Bij die gelegenheid kunnen ze zonder al te veel inspanning het grote publiek aanspreken om zichzelf en hun werk bekend te maken.
Het onderwerp in het voorjaar was toevallig "homemade", in al zijn aspecten, en als voorbeeld werden de paddestoelsgewijze uit de grond schietende clubs en verenigingen aangehaald, waarvan de leden met haken en breien, maar ook met boetseren, schilderen, musiceren, dichten, schrijven, acteren en ook met bakken, stoven, koken en braden, tot en met juwelenmaken met allerhande materialen en pottenbakkerij tot in het oneindige enige handigheid in de vingers gekregen hebben, en graag het resultaat van hun fysieke en geestelijke kronkels aan het publiek aanbieden.
Gezien het overdonderende succes werd gebroed op een herfst/wintereditie, die dus doorgegaan is op 22 november in de Brandwoeker in Oudenaarde. Ze hadden een grotere lokatie als voorheen nodig, die ze dan ook in hetzelfde gebouw gekregen hebben. De voormalige garages van de brandweer werden met de nodige aankleding daarvoor door de Stad ter beschikking gesteld en zodoende kon het aantal deelnemers verdubbeld worden. De ruimte was veel groter, maar de toeloop van het volk was zo buitenproportioneel, dat eventuele nieuwe edities het voorwerp zullen moeten worden van ernstige overwegingen. Als ik beweer dat het bezoekersaantal van de eerste editie vervijfvoudigd werd, overdrijf ik geenszins. Maar de reclame via facebook en via de website was mooi uitgekiend, en de faam die ze met hun eerste aarzelende marktje meteen veroverd hadden, hebben ze met verve verdedigd.
Mijn dochter liet 's avonds weten "wel een beetje moe" te zijn. Mag deze jongen, die de initiële voorzet voor dit evenement aan zijn dochter gegeven heeft, dan op zijn beurt een beetje fier zijn op die dochter?
© Danny Peeters, Oudenaarde 27 november 2012. Mag ik vragen het copyright te respecteren?