Op 4 augustus schreef ik een bedenking over een graf, dat in Oudenaarde slechts luttele aandacht toebedeeld krijgt. Mensen hebben het niet zo voor graven, ook niet als er christelijke symbolen boven geplant staan. De dichter die hier rust - rusten is het juiste woord gezien zijn turbulente leven - verdient beter. De Dijkstraat in Oudenaarde is niet Père Lachaise. Het is een begraafplaats in een plattelandsstadje, en niemand bekommert zich om het graf van een brouwer, een stel nonnen, een baron of een Jan met de Pet. Een dichter verdient hier slechts een Frans chanson: Quand il est mort, le Poëte...
Jotie 'tHooft, de stadsdichter van Oudenaarde vooraleer men die titel uitgevonden had, heeft junkieverdriet. Hij ziet slechts een schreeuwlandschap. Ik heb op mijn eentje besloten om ervoor te zorgen dat alvast de herinnering aan de persoon, aan de mens niet verloren gaat. Met een heel eenvoudig gebaar. Een gebaar dat bedoeld is om de herinnering levendig te houden.
Ja, op vier augustus heb ik een stuk geschreven, omdat Wouter van Heiningen, dichter en auteur, even Jotie aanhaalde op zijn blog, en die liet herleven in een levensbeschrijving, een piëteitsvolle herinnering, en een gedicht. De kleine fout die hij maakte is gemakkelijk vergeefbaar. De verwaarlozing van zijn graf is een kaakslag voor de Vlaamse poëzie. Men zou kunnen zeggen dat de familie in eerste instantie verantwoordelijk is voor het onderhoud van een graf. Maar niemand weerhoudt een poëzieliefhebber ervan een graf te onderhouden. En dat heb ik dus besloten te doen.
Wouter Van Heiningen heeft in zijn hier vermelde herinnering de liefdevolle rol die Rik gespeeld heeft, aangehaald. Hij was niet op de hoogte van het overlijden van Rik, de nonkel van Jotie, in 2012 en van het gevolg daarvan. Dat is een volkomen vergeefbaar feit. Evengoed heb ik net daarom Senator Elisabeth Meuleman gecontacteerd. Vandaag heb ik antwoord gekregen, zoals verwacht in vertraging wegens vakantieomstandigheden. Het antwoord is positief: op zijn beurt heeft een medewerker, Steven Bettens, een gesprek gehad met een dochter van Rik, en zij was verheugd dat iemand het werk van haar vader wilde verder zetten. Ik heb alle begrip dat de aandacht van de familie naar de vader, en niet naar de dichtende neef gaat. Maar er moet wel iets aan gedaan worden. Het gaat niet om tranerig gedoe, het heeft geen zin met een lijkbiddersgezicht aan een graf te gaan staan, en de geur van lavendel en rozen op te snuiven.
Het gaat hier om het graf van een plaatselijk en zeer groot dichter. Het gaat om de onverschilligheid van de Stad. Het gaat over het levend houden van de erfenis van de eenentwintigjarige dichter.
De reactie van de dochter was onversneden positief. En de reactie van deze poëzieliefhebber is even positief. In oktober, het moment kan niet beter gekozen zijn, is er een herdenking van de dichter. Hij overleed op 6 oktober 1977, het moment is weloverwogen gekozen om meteen de aanzet te geven om de zoveelste poëzieprijs Jotie 'tHooft open te stellen. Ideaal dus om meteen andere initiatieven aan te kondigen. Maar die blijven op hun beurt geheim, tot het juiste ogenblik is aangebroken.
Ik wil nog aan dit betoog toevoegen dat de verantwoording, die ik wou schrijven onder mijn toevoeging van 4 augustus, toch moeilijker is dan verwacht. Ze moet maar even wachten, tot ik de juiste woorden vind.
Toch is deze jongen vandaag zo blij is als een kind kan zijn, wanneer het een manier gevonden heeft om mama en papa blij te maken. Maandag of dinsdag ga ik aan de slag, met de nodige foto's. Weer een happy day!
Omdat ik een literair zoeker ben, laat ik uit het boekje "A Literary Herbal" een bladzijde zien, die eer brengt aan Jotie én aan Rik. Aan Jotie, omdat hij rust in de zoete geur van de lavendel en rozen vindt, aan Rik, omwille van zijn keuze. ((A Literary Herbal by Avril Rodway, Hutchinson & Co. (Publishers Ltd London). ISBN 0 09 143170 0, 1980.))
Jotie 'tHooft, de stadsdichter van Oudenaarde vooraleer men die titel uitgevonden had, heeft junkieverdriet. Hij ziet slechts een schreeuwlandschap. Ik heb op mijn eentje besloten om ervoor te zorgen dat alvast de herinnering aan de persoon, aan de mens niet verloren gaat. Met een heel eenvoudig gebaar. Een gebaar dat bedoeld is om de herinnering levendig te houden.
Ja, op vier augustus heb ik een stuk geschreven, omdat Wouter van Heiningen, dichter en auteur, even Jotie aanhaalde op zijn blog, en die liet herleven in een levensbeschrijving, een piëteitsvolle herinnering, en een gedicht. De kleine fout die hij maakte is gemakkelijk vergeefbaar. De verwaarlozing van zijn graf is een kaakslag voor de Vlaamse poëzie. Men zou kunnen zeggen dat de familie in eerste instantie verantwoordelijk is voor het onderhoud van een graf. Maar niemand weerhoudt een poëzieliefhebber ervan een graf te onderhouden. En dat heb ik dus besloten te doen.
Wouter Van Heiningen heeft in zijn hier vermelde herinnering de liefdevolle rol die Rik gespeeld heeft, aangehaald. Hij was niet op de hoogte van het overlijden van Rik, de nonkel van Jotie, in 2012 en van het gevolg daarvan. Dat is een volkomen vergeefbaar feit. Evengoed heb ik net daarom Senator Elisabeth Meuleman gecontacteerd. Vandaag heb ik antwoord gekregen, zoals verwacht in vertraging wegens vakantieomstandigheden. Het antwoord is positief: op zijn beurt heeft een medewerker, Steven Bettens, een gesprek gehad met een dochter van Rik, en zij was verheugd dat iemand het werk van haar vader wilde verder zetten. Ik heb alle begrip dat de aandacht van de familie naar de vader, en niet naar de dichtende neef gaat. Maar er moet wel iets aan gedaan worden. Het gaat niet om tranerig gedoe, het heeft geen zin met een lijkbiddersgezicht aan een graf te gaan staan, en de geur van lavendel en rozen op te snuiven.
Het gaat hier om het graf van een plaatselijk en zeer groot dichter. Het gaat om de onverschilligheid van de Stad. Het gaat over het levend houden van de erfenis van de eenentwintigjarige dichter.
De reactie van de dochter was onversneden positief. En de reactie van deze poëzieliefhebber is even positief. In oktober, het moment kan niet beter gekozen zijn, is er een herdenking van de dichter. Hij overleed op 6 oktober 1977, het moment is weloverwogen gekozen om meteen de aanzet te geven om de zoveelste poëzieprijs Jotie 'tHooft open te stellen. Ideaal dus om meteen andere initiatieven aan te kondigen. Maar die blijven op hun beurt geheim, tot het juiste ogenblik is aangebroken.
Ik wil nog aan dit betoog toevoegen dat de verantwoording, die ik wou schrijven onder mijn toevoeging van 4 augustus, toch moeilijker is dan verwacht. Ze moet maar even wachten, tot ik de juiste woorden vind.
Toch is deze jongen vandaag zo blij is als een kind kan zijn, wanneer het een manier gevonden heeft om mama en papa blij te maken. Maandag of dinsdag ga ik aan de slag, met de nodige foto's. Weer een happy day!
Omdat ik een literair zoeker ben, laat ik uit het boekje "A Literary Herbal" een bladzijde zien, die eer brengt aan Jotie én aan Rik. Aan Jotie, omdat hij rust in de zoete geur van de lavendel en rozen vindt, aan Rik, omwille van zijn keuze. ((A Literary Herbal by Avril Rodway, Hutchinson & Co. (Publishers Ltd London). ISBN 0 09 143170 0, 1980.))
© Danny Peeters, Oudenaarde 27 augustus 2014.
Mag ik vragen het copyright te respecteren?
Mag ik vragen het copyright te respecteren?